11 maart.

Vrijdag zijn we even op de fiets naar Merzouga geweest om de telefoon op te laten waarderen. Kunnen we weer naar huis bellen. We weten nu ook wat we fout gedaan hebben de laatste keer. Er was en keurig kantoortje met een vriendelijke jongeman die het ons heeft uitgelegd.

Middags  hebben we lekker in de zon gezeten en zijn we de mooie duinen nog even in geweest. We staan er vlakbij.

Voor zaterdag was er harde wind voorspeld. ’s Morgens was er eerst nog niets aan de hand, blauwe lucht en een briesje. Om tien uur trok de wind aan en begonnen de eerste campers naar achteren te rijden. Daar was het iets luwer dan op de vlakte. Wij zijn ook maar naar achter gegaan en een half uur later was het voorste gedeelte van de camping leeg en stonden we allemaal op een kluitje bij elkaar.

De wind werd steeds harder en om een uur of twaalf was het bij de camper niet lekker meer door het stuifzand. Binnen was het te warm en alles moest natuurlijk dicht blijven dus zijn we een poos bij het zwembad gaan zitten daar was minder wind en stuifzand. De wind werd steeds harder en ook bij het zwembad begon het te stuiven. De lucht was helemaal grijs van het stof. Om en uur of vier waren we er zat van en zijn we in het restaurant  gaan zitten. Daar was het lekker koel en ze hadden er ook koffie. Boekje mee en we zaten er prima. Later hebben we daar ook nog lekker gegeten en hadden we eigenlijk helemaal geen erg meer in de zandstorm.

Om een uur of half negen werd de wind iets minder en zijn we terug gegaan naar de camper. De ramen aan de ene kant konden open met een touwtje eraan voor de zekerheid en zo kon het een beetje afkoelen binnen. Het was natuurlijk inmiddels donker en als je met de zaklamp scheen kon je zien dat de lucht nog vol stof zat.

Van morgen werden we vroeg wakker met een strak blauwe lucht en een camper vol stof en zand.

We zijn eerst teruggereden naar ons plekje en aan de schoonmaak gegaan. Margot heeft een klein stofzuigertje en dat kwam goed van pas. Ook alle kussens en dekens zijn lekker uitgeklopt. Helemaal schoon voor de volgende zandstorm. Je moet alles een keer meemaken!

Vanmiddag hebben we bij het zwembad gezeten. Het water zat vol zand en vanmorgen hebben ze er ander water ingedaan dus dat was nog heel koud. Niet gezwommen dus!

Ook zijn we nog even naar het dorpje genaamd Hassilabied hier vlakbij gelopen. Onderweg kwamen we langs het voetbalveld.

12 maart.

Vanmorgen eerst op de fiets naar Merzouga geweest. Het is toch wel een gezellig dorpje met een leuke winkelstraat. Overal wordt ook druk gebouwd, nieuwe mooie huizen en nog meer hotels. Maar achter de winkelstraat is het nog steeds armoedig.

Paar boodschapjes gedaan en een glaasje vers geperste jus gedronken. Traktatie!

Vanuit onze luie stoel kijken we op een hoog zandduin uit. Tegen de avond zien we altijd mensen daar heen lopen. Dit wilden we zelf al eerder ook doen maar het kwam er niet van. Vanmiddag is het er eindelijk van gekomen. Tegen vieren zijn we gaan lopen en een uur later waren we boven! Dat viel nog niet mee. We zijn op blote voeten gegaan, dat voelt lekker zacht aan.

We hebben de voetstappen gevolgd en eigenlijk viel het allemaal wel mee. Alleen het laatste stuk was erg zwaar. Bij iedere stap zakte je weer een halve stap naar beneden. Het klimduin is er niks bij.

Er zaten twee Marokkaanse jongens op de top en die moedigden ons aan. Het laatste stukje wou echt niet meer, toen kwam één van de jongens ons tegemoet en zijn we verder hand in hand naar boven gegaan. Dat was wel een hele bijzondere ervaring want je krijgt als vrouw zijnde niet vaak een hand van en Marokkaan.

Boven hadden we een mooi uitzicht over de zandduinen en de dorpjes in de verte. Er kwamen nog een paar mensen bij en toen waren we met zeven mensen op de top. Erg leuk!

Na zo’n drie kwartier zijn we weer afgedaald. Dit ging via de voorkant en het eerste stuk was wat stijl. Dat ging wel lekker met hele grote stappen in het zachte zand.

Om zes uur waren we weer terug op de camping en zijn we eerst maar gaan douchen want we zaten vol zand. Margot had lekkere pastasalade gemaakt en we konden zo aanschuiven. Heerlijk!

 

13 maart.

Vandaag zijn we weer gaan rijden. Eerst naar Hassilabid want daar zouden we onze rode gasfles zonder extra kosten om kunnen ruilen voor een blauwe. Hier zijn namelijk alleen maar blauwe en bruine. Maar het winkeltje was gesloten. Je kunt er hier geen touw aan vast knopen wat openingstijden betreft. Volgens ons zijn ze alleen open als ze zin hebben om te werken of als de buurman gesloten is. Toen zijn we maar naar Merzouga gereden, daar kostte het 20 dirham extra maar nu hebben we een blauwe gasfles en die is door heel Marokko in te leveren zeggen ze. Insjallah dus.

Het was gister warm en heiig onderweg. Wel weer mooi met oases, dorpjes en vreemd gevormde bergen.

Speciaal voor Rocco, die ene op de foto leek wel een slapende dinosaurus vonden wij.

Halverwege in Alnif zijn we even blijven staan om een broodje te eten. Nu wil het toeval dat er altijd wel een school uitgaat als wij ergens staan. Dus nu ook! Een groepje nieuwsgierige jongetjes kwam even kijken bij die vreemde mensen. Dan wordt er ook wel een beetje geschooid om snoep en pennen. We geven niets meer en dan druipen ze ook wel weer af. Ze zijn niet zo brutaal meer als een paar jaar geleden. De koning heeft ook gezegd dat er niet meer gebedeld mag worden en dat lijkt te werken.

Bijna ieder dorp heeft in ieder geval wel een basisschool, te herkennen aan de vrolijke kleuren.

We zijn tot Nekob gekomen en staan hier op de camping. Vanavond zijn we naar het centrum gelopen en hebben daar heerlijk gegeten. De terrasjes staan hier pal aan de straat en dat is heel gezellig. We waren alleen de enigste vrouwen op het terras. Hier zitten alleen de mannen  ’s avonds buiten.

14 maart.

De rit van vandaag was niet zo lang. We hadden wel een mooi koffiestopje vlakbij een oase. Hier werd hard gewerkt. De ezeltjes worden hier nog veel gebruikt, echt als pakezels. Tegen de middag  waren we al in Agdz over een mooie nieuwe asfaltweg.

We waren mooi op tijd want vanmiddag liep de camping vol met een groep Duitsers.

Morgen willen we naar de souk, die is hier heel groot. Morgenmiddag krijgen we een rondleiding door de kasbah hiernaast.

15 maart.

Vanmorgen zijn we om tien uur op de fiets gestapt naar de souk. Eerst hadden we de was ingeleverd want dan zou hij vanmiddag klaar zijn.

Zoals altijd was de souk een grote gezellige mierenhoop. Alles krioelt door elkaar en iedereen staat met iedereen te praten en te handelen. Vrachtwagentjes rijden af en aan en overal tussendoor maar ook ezelkarren en fietsen en brommers.

 Je groente en fruit zoek je zelf uit van de grote hoop. Dan doe je het in een teiltje en wordt het gewogen. Als het te duur is of niet mooi dan ga je naar de buurman. Het is veel leuker om het op de markt te halen dan in een supermarkt en ook veel verser.

Om vier uur zijn we met een groep mee geweest de kasbah in. Het was alleen jammer dat het een Franse groep was, we verstonden er niet veel van. We zijn toch maar meegegaan om te kijken en het was wel indrukwekkend om dat eens van binnen te zien. Zo’n bouwwerk zit heel ingewikkeld in elkaar. Allemaal binnenplaatsen, gangen, trappen en kamertjes. Ze zijn al een aantal jaren bezig om het geheel te renoveren maar dat is nog lang niet klaar. Van bovenaf was een prachtig uitzicht over de oase en de bergen en kon je ook goed zien dat er nog een groot gedeelte niet klaar is.

Ondertussen hadden we ook de was terug gekregen en er mist een bloesje van mij dus terug naar de receptie. De baas heeft er over opgebeld maar er is nergens een bloesje te vinden. Daar kan ik naar fluiten dus. Jammer , maar daar leer je weer van. Geen mooie kledingstukken meegeven met de was!

16 maart.

Vandaag zijn we gestrand in een zandstorm.

Het eerste stuk naar Zagora ging goed. Mooie nieuwe weg met goed asfalt en prachtige uitzichten op de vele oases.

Net voorbij Tamagroute, ten zuiden van Zagora, waren we gestopt voor een broodje. De wind was flink aangetrokken en in de verte was de lucht bruin van het zand. Terwijl we zaten te eten kwam het zand steeds dichterbij. Toen zijn we teruggereden naar Tamagroute waar Gerard en Margot langs de weg stonden. Het begon inmiddels flink te stuiven en na overleg besloten we hier op de camping te gaan. Mahmid is nog 75 km verder en het leek ons niet verstandig om verder te rijden.

Het is een klein campinkje bij een hotel in een palmentuin. We hadden hier niet veel last van de wind. Alleen zat de camper wel weer vol zand!

Na een uurtje ging de wind weer liggen en hebben we lekker in de zon gezeten tot een uur of vier.

Naast de camping ligt een oude maar nog bewoonde kasbah. Een hele andere als die van gister, deze was meer een dorpje in een dorp. Je mag hier alleen in met een gids anders zou je verdwalen. We wilden dit wel eens bekijken. Eerst zijn we nog in de koranbibliotheek geweest. Hier staan 4000 korans uitgestald in vitrines. Er zitten hele oude exemplaren bij, ook van verschillende moslimstromingen. Ze zijn in verschillende talen geschreven, Arabisch en vier verschillende Berber-talen. Bijzonder om te zien, jammer genoeg mochten we geen foto’s maken.

De gids leidde ons eerst langs een mausoleum met een hele mooie toegangsdeur. De mensen komen van ver omdat deze plaats geluk brengt als je drie keer met de ringen op de deur klopt.

Hij vertelde ook nog dat Tamagrout 6000 inwoners heeft en tien moskeeën.  Vier hiervan hebben een minaret en die kun je hier alle vier horen, dus morgen vroeg wakker! De andere zes zijn kleiner en die roepen niet. Zijn ook weer verschillende stromingen die allemaal vredig samenleven.

Toen ging het de kasbah in. Een doolhof van straatjes, waarvan ook veel in het donker. Het was er lekker koel door de dikke muren. ’s Zomers en

 ’s winters is de temperatuur hier aangenaam. Maar 20 graden vinden ze zelf koud! De man vertelde ook nog dat er hier een tekort is aan water. Bij Ouarzazate is een stuwmeer en dat water wordt gebruikt voor de golfbanen daar voor de toeristen. De verschillende delen van de stad hier krijgen om de beurt een dag zoet water en de andere dagen moeten ze het doen met zout water wat hier op 15 meter diepte in de grond zit.

De wandeling was erg leuk. Er waren alleen weinig mensen op straat want het was nog siësta. In sommige straatjes wonen aan de ene kant de mensen en aan de andere kant zijn de stallen voor de dieren. We zijn nog in een huis wezen kijken en ook bij de ovens waar dakpannen en andere kleiproducten die hier worden gemaakt gebakken worden.

De ovens worden gestookt met bladeren van de palmen en dat rookt!  De meeste mensen gebruiken de palmbladeren ook om vuur te maken om te koken. Gas is voor de meeste mensen te duur, net als elektriciteit. Maar het is er wel.

Aan het eind van de toer moesten we natuurlijk naar de potterie. De opbrengst hiervan is voor het hele dorp. In de winkel zat een jochie van een jaar of tien borden te beschilderen. Dit leren ze hier al vroeg maar alleen na schooltijd werd ons verteld.

We hebben een paar leuke potjes gekocht om kruiden in te doen.

Achteraf vinden we het helemaal niet erg dat we hier “gestrand “zijn.

Morgen door naar Mahmid.


Maak jouw eigen website met JouwWeb