Donderdag 14 februari.

 

Mooie rit gedaan vandaag. Het wegdek was goed en wordt nog steeds verbeterd. De oude rivierdoorsteken worden vervangen door bruggen.

Onze koffiestop was bij een oase.

Het was rustig op de weg en om 12 uur waren we in Tata, 145 km verderop.

We staan nu op de dependance van camping Palmiers net als vorig jaar. Hier is wel veel schaduw maar morgen kunnen we op de camping zelf terecht heeft de campingbaas beloofd. Het is hier heel druk met Franse overwinteraars.

 

 

Vrijdag 15 februari.

 

Om half negen zat het bestelde broodje tussen de spiegel, wat een service.

Om elf uur konden we verhuizen naar de camping. Dit is wel fijn want we stonden erg in de schaduw en dan is het ’s morgens best fris en het zonnepaneel laadt natuurlijk ook niet zoveel. ’s Nachts koelt het toch nog steeds af tot 8 á 9 graden. Dan wil je op tijd een beetje zon op je dak!

Vanmiddag hebben we de fietsen gepakt en zijn wezen kijken bij een andere camping. Die ligt erg mooi bij de rivier maar wel in de volle wind. Vanmiddag trok de wind al aan en dat blijft morgen ook zo. We blijven nu hier maar misschien een volgende keer naar de andere camping. Je kunt daar wel doorfietsen langs de rivier de Tata en dan kom je langs een paar mooie oude dorpjes.

Bij terugkomst op de camping stonden er acht campers te wachten voor de poort. Het is echt hoogseizoen.

 

 

Zaterdag 16 februari.

 

Het was een bewolkte dag vandaag. Ook hier schijnt de zon soms niet! Gelukkig was het niet koud. Een graadje of 20.

Na de koffie zijn we het dorp ingelopen voor een paar boodschappen, het was rustig op straat. Achter bijna alle boogjes is een winkeltje maar veel waren dicht. Je kunt hier geen touw vastknopen aan de openingstijden, dat wisselt nogal.

We kwamen ook langs een kleine dameskapsalon. Dat is best bijzonder want je ziet bijna alleen mannenkappers. Eigenlijk moest ik even knippen dus ging ik even binnen kijken. Het was keurig netjes binnen met een hele vriendelijke kapster. Ze was niet gesluierd dus Cor moest buiten wachten maar hij kreeg wel een stoel mee. Er waren geen andere klanten dus ik kon zo gaan zitten. Ze snapte precies wat ik wou en heeft me keurig geknipt voor

 € 3,65. De conversatie was beperkt maar wel gezellig. Ik begreep wel dat ze al 15 jaar kapster is en al heel lang in Tata woont. Er zijn hier nog 2 dameskapsters in de stad. De Marokkaanse vrouwen komen ook om te knippen of te kleuren maar ze hebben hun haar niet zo kort als mij!

Teruggekomen bij de camper was het nog steeds geen weer om buiten te zitten dus hebben we maar weer een keer gestofzuigd en gepoetst, moet je bijhouden.

Vanmiddag nog een rondje gelopen naar de oude kashba en langs het schooltje.

Morgen gaan we een excursie doen met een bus naar dorpjes in de bergen. Om zes uur was er een uitleg over de route, in het Frans want een Franse campinggast is de gids. Naar wat we hebben begrepen, gaat het een mooie dag worden. Een mooie route, mooie wandelingen, een paar bezienswaardigheden en tussen de middag ergens eten. Als het goed is schijnt morgen de zon weer dus dat komt vast goed.

 

 

 

Zondag 17 februari.

 

Vanmorgen vroeg op, de bus stond al klaar om negen uur. Het bleek een minibus te zijn waar 18 personen plus chauffeur in moesten. Alleen de achterbank was nog vrij dus we moesten door de achterdeur instappen. Met zijn vieren op een drie-zits bank dus niet heel comfortabel. Gelukkig reed de chauffeur voorzichtig maar het leek wel een beetje op sardientjes in een blikje. Het blijft Marokko!   

Na een rit van bijna twee uur waarvan het laatste stuk mooi door de bergen met af en toe een rivieroversteek en een stukje piste kwamen we bij het dorpje Agouinane bij hotel le Paradis.

Hier werd de bus geparkeerd en gingen we aan de wandel. Door de oase en langs het dorp ging het omhoog tot 1300 meter naar een prachtig uitzichtpunt. De koeien en geiten liepen in de rivierbedding en omdat daar niet zoveel voor ze te eten is moeten ze bijgevoerd worden. De vrouwen snijden grote bossen groenvoer en sjouwen dat naar huis. Eén van de Franse begeleiders sprak wat Engels en die deed zijn best om ons het een en ander uit te leggen. Zo vertelde hij ons dat de mensen hier zelf hun huis bouwen met alleen handgereedschap. Eerst worden er drie muren gebouwd en daarna wordt de rots weggehakt zoveel als nodig is voor de grootte van het huis.

Het viel ons op dat er hier veel hele grote huizen staan. Die zijn van Marokkanen die lang in Frankrijk gewerkt hebben en nu met pensioen zijn. De meesten wonen nog in Frankrijk en komen af en toe hier op vakantie.

Het was nog een hele tippel omhoog. Voor de dorst onderweg staat er een watervat met drinkbeker.

Eénmaal boven aangekomen was er een prachtig uitzicht over de oase en het dorp.

Toen we weer terug waren bij het hotel kregen we daar een heerlijke tajine met kip en salade. Het was trouwens een keurig hotel, dit verwacht je niet in zo’n klein afgelegen dorpje.

 

Na het eten ging de rit weer een stuk terug voor een bezoek aan de agadir van Isserghin, één van de grootste van Zuid Marokko. Een agadir is een soort fort waarin vroeger het graan werd opgeslagen zodat het veilig was bij overvallen van vijandige stammen. Ook de vrouwen en kinderen trokken zich hier terug achter de hoge muren en wachttorens. Sinds 1997 is deze agadir niet meer in gebruik en in 2012 is men begonnen met de restauratie. Het is een belangrijk historisch bouwwerk wat nu als museum te bezoeken is. Er is ook nog een oude moskee met Koranschool die nu ook te bezoeken zijn omdat ze niet meer in gebruik zijn.

Van de week in Icht hadden we van de gids begrepen dat je als moslim zijnde punten kunt halen. Als je in de moskee gaat bidden levert dat 27 punten op, doe je dat ergens anders, krijg je maar één punt. Ook met goede dingen doen, zoals iets geven aan de armen, kun je punten verdienen. De goede dingen moeten vanuit je hart komen en worden niet bijgehouden maar Allah weet het wel. Des te meer punten je in je leven verzamelt, des te hoger kom je in de hemel. Dus eigenlijk gaat de religie hier boven alles, ook boven hard werken.

Ondanks het “sardienenblikje “ hebben we een mooie dag gehad. Op zulke plekjes kom je zelf niet.

 

 

Dinsdag 19 februari.

 

Gisteren hadden we een rustdag om een beetje bij te komen van de excursie.

Vanmiddag zijn we op de fiets gestapt om een ritje te maken door de oase. We wisten de weg nog van vorig jaar. Onderweg kom je langs een meertje. Hier was iemand aan het waterpeilen met een bamboestok. Hij peilde ook het peil in het irrigatiekanaal, dit was blijkbaar te laag en toen ging er een schuif open.

Het gebouwtje met de waterklok waar we vorig jaar gekeken hebben stond er ook nog. Een jaar geleden waren ze hier ook hard aan het werk met bulldozers. Toen kon je nog niet zien wat er moest komen, nu is er een park aangelegd met speeltoestellen voor de kinderen. Het is nog niet helemaal af en het hek is nog op slot. Er zijn wel veel bomen en planten aangeplant en voor de bevloeiing hiervan staat er een nieuwe watertoren met zonnepanelen erbij.

Hiervandaan fiets je zo het oude dorp in. Er stond een man buiten en we hadden gevraagd of wij hier mochten fietsen maar dat was prima, we waren welkom en hij wees ons de weg. Eerst fietsten we onder het oude dorp langs onder poortjes door over een zandpad. Toen kwamen we in de nieuwere buurt terecht. Onderweg kwamen we veel schoolkinderen tegen die om het hardst “bon jour” riepen. De vrouwen die we tegenkwamen waren ook allemaal erg vriendelijk en iedereen wil een praatje maken en weten waar je vandaan komt. Nu is onze Arabische woordenschat erg beperkt maar het wordt wel gewaardeerd als je die paar woorden die je kent ook uitspreekt. De vrouwen spreken hier ook bijna geen Frans. De jongeman in het kleine dorpswinkeltje sprak wat Engels, hij wilde niet op de foto dus dat doen we dan ook niet. Hier kregen we van een oude mevrouw alle vier een bloemetje, een afrikaantje. Ook zij was heel lief en we voelden ons erg welkom.

We wilden over de weg terug maar die konden we niet vinden. Toen was er een andere Engels sprekende jongeman en die legde ons uit hoe we moesten fietsen. Zo kwamen we bij de brug door de droge rivier terecht. Hier hadden we mooi zicht op de bergen en het dorp. Deze brug is voor auto’s de enige toegangsweg naar het dorp. Bij hevige regenval is het dorp vast wel eens afgesloten van de buitenwereld.

Hiervandaan waren we snel weer op de camping en konden we nog even van het zonnetje genieten.

 

 

 

Woensdag 20 februari.

 

Weer mooi weer vanmorgen. Lekker in het zonnetje de route voor morgen besproken. Gezamenlijk hebben we besloten om naar Tafraoute te gaan. Dit ligt vrij hoog in de bergen en ’s nachts is het wel fris daar maar we gaan het proberen, als het te koud is rijden we weer door. We vinden het alle vier erg mooi daar.

Vanmiddag een laatste rondje dorp gedaan. Even naar de groenteboer geweest en toen hadden we nog kipfilet nodig. Je kunt hier op het gekakel van de kippen afgaan en dan heb je kakelverse kipfilet!  Het was nog een beetje warm maar zag er erg mooi uit.

Op een terrasje in de hoofdstraat hebben we nog een bakje nosnos gehaald. Als je daar zo zit is er altijd wel wat te zien. Deze auto’s reden bij ons 45 jaar geleden al. De geit in de vrachtauto had geluk, hij zat wel bij het raam!

 

 

Donderdag 21 februari.

 

Om acht uur ging de wekker en een uurtje later reden we weg. Eerst richting Igherm, een plaatsje hoog in de bergen op een kruispunt van wegen. Deze rit ging bijna helemaal langs een droge rivier met aan weerszijden mooie bergen. Rondom Igherm staan heel veel amandelbomen, nu in bloei.

We waren mooi op tijd dus in het dorpje hebben we eerst een rondje gelopen en wat rondgekeken. Het dorp zag er welvarend uit. De camper stond op een groot plein geparkeerd en toen we terug kwamen stonden er vijf.  Eigenlijk was het plein voor de jeugd een soort voetbalveld. Ze deden het heel voorzichtig tussen de campers en ik heb ook nog een balletje meegetrapt, vonden ze erg leuk.

Na het broodje zijn we weer verder gegaan. Dit stuk was erg bochtig met mooie vergezichten. We reden tussen 1700 en 1800 meter hoog.

Er was hier weer genoeg te zien, dorpjes, ezels, kletsende mannen en vrouwen die op pad waren met een koe.

Nu staan we weer in Tafraoute in het keteldal. De bakker had ons al gauw gevonden, het bestelde brood zit morgenochtend in het groene tasje aan de spiegel en we hadden gelijk een verse macaron bij de koffie. Een half uurtje later kwam er een mevrouw langs met harira, een dikke zelfgemaakte maaltijdsoep van o.a. kikkererwten. Gelijk maar een pannetje gekocht, hoefden we niet te koken.

Er kwamen ook Nederlanders langs wiens reisverhalen we wel eens lezen. Wat is de wereld toch klein.

 

 

 

Vrijdag 22 februari.

 

Om vijf over negen kwam de zon op de camper en een uurtje later konden we lekker buiten koffiedrinken. De kou viel erg mee vannacht, de thermometer gaf om 7 uur tien graden aan buiten en binnen was twaalf en dat warmde snel op.

We hadden van Gerard nog een leuke foto gehad van gisteren onderweg naar hier op de afdaling naar het dal van de Ameln.

Na de koffie hebben we een rondje door het dal gelopen, het staat niet zo vol als we verwacht hadden. Wel kwamen we Everdien en Thole tegen die we vorig jaar in Mhamid ontmoet hebben. In hun reisverslag hadden we al gelezen dat ze ook zouden komen. Hier staan aardig wat Nederlanders.

Onze koelkast wil op gas niet zo goed koelen. Cor en Gerard hebben al van alles geprobeerd maar het lukt nog niet. Op stroom doet hij het wel maar dat hebben we hier niet. Naar de camping gaan is ook geen optie want die staan heel vol en naar ieder stopcontact lopen ongeveer zes snoeren, dan blijft er niet genoeg volt meer over om de koelkast te laten werken. De vriezer werkt wel dus gaan we het nu proberen met bevroren flesjes water, als een soort koelbox. Vanmiddag zijn we het dorp nog in geweest om te kijken of er hier echte koelelementen zijn. We hebben heel veel winkeltjes gehad. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam maar er zijn geen koelelementen. We hebben wel twee winkels gevonden die koelboxen hebben maar de elementen hebben ze niet.

De bakker kwam ook nog even langs om te vragen of de bestellingen in orde waren en we hebben er maar drie broodjes van gemaakt want ze zijn niet zo groot, wel erg lekker.

 

Zaterdag 23 februari.

 

Volgens afspraak stond de auto om half tien klaar voor een excursie naar  de oase van Ait Mansour. Eerst zijn we naar de bekende painted rocks geweest. Een Belgische kunstenaar heeft hier ooit rotsen blauw geschilderd. Inmiddels zijn er ook roze en groene, de naturel rots gaan we volgende keer zelf schilderen! Deze rotsen liggen in een landschap van bizar gevormde rotsen, prachtig om doorheen te wandelen. We werden bij een roze afgezet en moesten naar de blauwe toelopen, de auto zou omrijden en ons daar oppikken. De route was erg mooi maar niet helemaal duidelijk dus liepen we verkeerd en kwamen veel te hoog uit. Dus maar weer teruggewandeld naar het beginpunt en daar kwam de auto ook.

Hierna ging de route over een smalle weg omhoog de bergen in, onderweg was nog een mooi uitzichtpunt. Na een stuk hoogvlakte op 1600 meter hoogte met af en toe eenzame dorpjes gingen we naar beneden een kloof in. De weg liep langs een nu droge rivier en was heel smal met af en toe stukken piste maar de gids reed heel voorzichtig. Hij komt hier iedere dag en kent de weg. De kloof had indrukwekkende, bruinrode, hele hoge wanden. Ook hier was af en toe een dorpje, zo afgelegen! Na een poosje kwamen we bij de oase en bij  Douar Tizght hebben we tajine gegeten bij een klein restaurantje langs de weg.  Na het eten hebben we een stukje gewandeld. We moesten op het asfalt blijven, konden we niet verdwalen. Heel bijzonder om hier te lopen. We hoorden alleen de kikkers in de rivier en vogels in de bomen, heel stil en vredig. Na een poosje pikte de gids ons weer op voor de rest van de rit. Eerst nog een stuk door de oase, toen weer omhoog naar de hoogvlakte en weer terug naar Tafraoute.

We hebben al een paar dagen problemen met de koelkast en vanavond is er een monteur uit het dorp wezen kijken. Morgenochtend om tien uur komt hij terug om iets schoon te maken. Kijken of hij dan beter werkt en als dat niet zo is gaan we naar Agadir om er daar naar te laten kijken. We zullen het zien.