Zondag 12 september.

 

Tijd om weer eens een stukje te rijden.

Om een uur of half tien reden we de  camping af richting het noorden. Onderweg langs de Lidl geweest en de lpg-tank gevuld want dat kun je niet overal krijgen.

Voorbij Sigean ging de route landinwaarts een heel eind langs de route des Corbierres, een bekende wijnroute. Hier en daar werd al geplukt.

Het was een D-weg, goed te doen. Mooi, groen en veel heuvels. We zijn gestopt bij La Grasse, een klein ,oud stadje in een groen dal. Volgens de bordjes één van de plus beau villages van Frankrijk.

Het was erg warm maar gelukkig heeft de camperplaats olijfbomen voor wat schaduw. Mooie cp, maar je moet wel een beetje om de bomen denken met in- en uitparkeren.

Tegen de avond hebben we het toeristische rondje door het stadje gelopen. We zijn begonnen bij de brug, door naar de basiliek, langs de rivier naar het oude centrum, hier worden de balkonnetjes ook gestut met dikke houten balken. In de schaduwstraatjes was het wel lekker lopen.

Gelukkig hadden we ’s ochtends ook pizza’s meegenomen. Die konden we lekker buiten op de bbq opbakken. Wel weer tot tien uur buiten gezeten.

 

 

Maandag 13 september.

 

Het was lekker afgekoeld vannacht en de dag begon mistig.

Het doel vandaag was Carcassonne, een ritje van 35 km dus we hadden geen haast.

De route ging eerst kronkelend door een rivierdal en later weer over de wijnroute.

Toen we tegen de middag bij Carcassonne aankwamen was het helemaal opgeklaard.

De cp was gauw gevonden, een goede plek naast de camping op loopafstand van de oude stad waar we vanmiddag heengelopen zijn.

Van een afstandje ziet het er al mooi uit. Achter al die torens en muren is een doolhof van straatjes, poorten, pleintjes en nog meer muren. Ook veel restaurantjes  en winkeltjes. De vesting is sinds 1997 opgenomen op de werelderfgoedlijst van Unesco en wordt dagelijks bezocht door veel toeristen. We hebben de mondkap maar opgezet en hebben mooi rondgedwaald. Na afloop gingen een kop cappuccino en een punt citroentaart er wel in!

 

 

 

Dinsdag 14 september.

 

Het eerste stuk van de rit vandaag ging over een gele D-weg op de kaart door en over de heuvels met veel druivenvelden. Na twee dorpjes werd de weg wel wat smal maar er was niet zoveel verkeer gelukkig.

Later zijn we weer naar de doorgaande weg gegaan het dal van de rivier de Aude in.

We zijn gestopt in Quillan een klein stadje met een goede cp langs een oude spoorlijn.

Later op de middag zijn we nog even gaan lopen. Vanaf de burchtruïne heb je mooi zicht op het stadje. Bij de plaatselijke supermarkt werd nog reclame gemaakt voor de Tour de France die hier langsgekomen is dit jaar, vandaar de vlaggetjes op het plein met de gele-, groene en bolletjes truien. Die hadden we in Carcassonne ook al gezien.

Weer terug bij de camper zouden we eigenlijk buiten koken omdat het erg warm was maar een regenbuitje gooide roet in het eten dus dat moest binnen. Gelukkig konden later de ramen wijd open en koelde het alsnog lekker af.

 

 

Woensdag 15 september.

 

Het duurde vanmorgen even voordat we de cp af konden rijden want de serviceplaats is voor de uitgang. Als er iemand aan het servicen is, dan is de uitgang geblokkeerd. Gelukkig hebben we tijd genoeg.

We waren nog maar net het stadje uit toen we door een prachtige kloof kwamen. Niet veel later was er een mooi plekje voor een bakje koffie bij een kanoplaats aan de rivier. Hier zijn we van de doorgaande route afgeslagen weer een “gele”weg op. na een poosje werd de weg zo smal dat het verkeer geregeld moest worden door stoplichten. Deze kloof is zo smal dat er maar één rijbaan is. De weg ging kronkelend omhoog, werd al smaller en ging door een paar kleine dorpjes. We moesten zelfs een keer achteruit omdat er een grote vrachtwagen met boomstammen ons tegemoet kwam. Na ongeveer 200 meter kon hij er voorbij gelukkig.

Uiteindelijk kwamen we boven op de Col de Jau. Hier waren al een paar wielrenners vanuit Prades aan de andere kant naar boven komen rijden. Knap hoor!

Al slingerend ging het weer naar beneden. Er was nog een mooi plekje met uitzicht om een broodje te doen.

Eenmaal beneden bij Prades kwamen we weer op de doorgaande weg, richting Andorra.

We zijn gestopt bij Fuilla, een klein dorpje vlakbij Fille de Franche. Hier is een mooie acsi-camping in het Appeldal.

 

 

Donderdag 16 september.

 

Vanmorgen regende het flink maar gelukkig werd het om een uur of elf droog en hebben we een rondje gelopen.

Rond de camping lopen rustige wandelweggetjes en het  is hier mooi groen.

Vanmiddag lekker geluierd. Het weer was prima, zonnetje wolkje.

 

 

Vrijdag 17 september.

 

Het zonnetje was er weer en ons uitzicht bij de camper is prachtig.

Na de koffie hebben we de fiets gepakt en zijn heuvel af naar Villefranche de Conflent gereden. Een ritje van drie en een halve kilometer.

Dit vestingstadje is gesticht in 1092. Binnen de imposante muren en torens zijn een paar kleine straatjes en pleintjes. Zowel rustige als wat drukkere met winkeltjes en terrassen.

Deze muren kunnen bezocht worden, dit hebben we ook gedaan. Je loopt als het ware door de muren en torens door veel gangetjes en poorten. We zagen nog  een grote door waterkracht aan gedreven smeedhamer.

De terugweg moest wel met turbo-ondersteuning, het was steiler als we dachten maar ging prima.

Terug op de camping konden we lekker buiten zitten.

 

 

Zaterdag 18 september.

 

Ook vanmorgen was de zon weer present. Om kwart over tien hebben we een hoekje waar de zon komt om een bakje koffie te doen.

Om een uur was het bewolkt geworden. We zouden een rondje lopen maar we waren nog maar net weg toen het begon te regenen. Het werd echt zwart dus gauw terug naar de camper. Een half uur later gingen we in de herkansing.

Bij de kerk omhoog loopt een wandelpad. Boven kwamen we langs een veld frambozen. Ons weggetje liep dood bij een paardenwei. Er ging nog een pad omhoog dus daar gingen we in. Na een kwartiertje werd het heel donker en hoorden we onweer in de verte. We vertrouwden het niet en zijn teruggegaan naar de camping. Net op tijd thuis, toen barstte de bui los. We hadden toch nog 5 km gelopen.

Het is niet meer droog geweest.

 

 

Zondag 19 september.

 

Toch weer in ons hoekje begonnen met koffie en zon vanmorgen.

Om elf uur zaten we op de fiets. We wilden naar de abdij St. Martin bij Casteil.  Volgens Maps Me was het tien km fietsen, dalinwaarts met een hoogteverschil van 280 meter. De accu’s waren vol dus dat moest lukken.

Dit dal wordt dus niet voor niets het Appeldal genoemd. Er zijn veel appelboomgaarden.

Het was nog niet zo warm, er stond een koel windje en het ging lekker, wel op turbo want het bleef stijgen.

Het was mooi om te fietsen en niet zo druk op de weg.

Na een goed uur waren we op de P vanwaar het voetpad naar de abdij begint.

Toen moesten we gaan lopen. Het was maar 1,6 km maar echt een monnikenpad. Stijl omhoog, we hebben er ruim een uur over gedaan. Maar het was wel mooi. Halverwege kom je langs een kerkje, we dachten dat we er bijna waren. Niet dus! Op het bordje stond nog 20 minuten maar dat werd een half uur, wel in de schaduw.

Helemaal boven was een prachtig uitzichtpunt. We besloten toch ook de abdij te bezoeken dus gingen we een kaartje kopen. Tot onze verrassing was het gratis vandaag vanwege de verjaardag van de beschermheilige van de abdij.

Je komt binnen in de kloostergang met mooie bogen en de kloostertuin. Dan gaat de route door de crypte en vervolgens door de kerk. Die was ook mooi met mooie bogen maar daar mogen geen foto’s worden gemaakt. Daarna langs een aantal graven en door de klokkentoren weer naar buiten.

De wandeling naar beneden ging vlot, na een half uur waren we weer bij de fietsen.

Tot Vernes, met een mooi centrum op een heuvel, ging de weg naar beneden. Daarna een paar km omhoog en dan alleen nog maar omlaag tot aan de camping. Gelukkig had ik voor we van huis gingen mijn remmen nog laten repareren.

Vanavond vonden we op internet toch nog een foto van de kerk.

 

 

Maandag 20 september.

 

Vanmorgen lekker in het zonnetje gezeten, een beetje uitgerust van gisteren.

Na de middag hebben we nog een rondje in de buurt gelopen om de spieren een beetje los te lopen . Het was bewolkt maar wel lekker.

Hierna  hebben we de mat opgerold en opgeruimd want morgen gaan we weer een stukje rijden.

 

 

Dinsdag 21 september.

 

Om acht uur ging de wekker, dat waren we al een paar dagen niet meer gewend. Een uurtje later reden we de camping af. Eerst een stukje terug naar Prades om boodschappen te doen want de voorraden raakten op.

Daarna ging de rit weer naar het zuiden, richting Andorra.

We gingen flink omhoog. De camping was op 600 meter en we eindigden in Mont Louis op 1600 meter hoogte. Was een mooie rit. Mont Louis is weer een vestingstadje met een groot fort erboven. Dit was helaas niet te bezoeken. Het stadje zelf waren we gauw doorheen. Op de   placemat bij de souvenirwinkel zag het er met een blauwe lucht toch wel mooi uit. De poort met grote dubbele deuren zag er wel heel mooi uit.

Op de parkeerplaats mag je ook overnachten maar het was best koud, 13 graden, en we waren al vroeg klaar dus dat wilden we niet. Vijftien kilometer verderop vonden we een ACSI-camping in Estavar. Dit is een dorpje vlakbij de Spaanse enclave Livia, een heel klein stukje Spanje in Frankrijk maar wel vlakbij de Spaanse grens. Vanaf Mont Louis naar hier zijn we 400 meter gedaald, hopelijk wordt het niet zo koud vannacht!

 

 

Woensdag 22 september.

 

Het is toch flink afgekoeld vannacht. Vanmorgen was het 8 graden buiten maar de zon was er wel. Binnen was ook goed te doen met een kacheltje aan.

Het bakje koffie buiten kon wel met een vest en een lange broek aan.

Daarna zijn we gaan wandelen. Bij de receptie hadden ze een paar routes voor ons.

We begonnen in het dorp bij de kerk. Het was een historische route. Onderweg stonden ook wat informatieborden over de omgeving. Het eerste oude bouwwerk wat we zagen was een Romeinse brug, dit is tevens de grens met Livia, de Spaanse enclave.

Een stukje verderop was een pad de heuvel op. Na een half uurtje klimmen waren we boven bij de ruines van de burcht van Livia. Deze burcht was al in het jaar 672 heel belangrijk bij het verdedigen van het land. Nu is het een mooie plek met op alle vier de hoeken een ander mooi uitzicht.

We hadden broodjes meegenomen dus dat was lunchen met uitzicht vandaag.

Daarna weer naar beneden. Via een tussendoor paadje kwamen we bij de kerk van het dorp Livia.

Hier zijn een paar oude straatjes en wat terrasjes. De naambordjes zijn hier in het Spaans en de auto’s hebben ook een Spaans kenteken. In de souvenirwinkel kon ik een vingerhoed scoren, de mevrouw sprak 3 talen, Frans, Spaans en Catelaans.

Eenmaal het dorp weer uit, ben je na 500 meter weer in Frankrijk en wordt “hola” weer  “bon jour”.

Morgen gaan we weer een stukje verder want we vinden het hier net iets te koud.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb