Zondag 7 juli.

 

Vannacht niet zo lekker geslapen. Aan de andere kant van de camping was een familiereünie aan de gang. Overdag hoorde je ze niet maar

’s avonds om twaalf uur gingen ze voetballen bij ons op het veld en om drie uur waren ze nog aan het feesten met veel geschreeuw en gezang. Dat kun je hier treffen, IJslanders zijn echte familiemensen en ’s zomers houden ze graag feesten samen.

Na de koffie zijn we maar weer een stukje gaan rijden, eerst terug naar het fjord. Vervolgens via Borgarnes naar Snæfellsnes.onderweg hebben we nog een wandeling gedaan naar de krater Eldborg. Deze vulkaan is duizenden jaren geleden voor het laatst uitgebarsten. De wandeling er naartoe gaat door het lavaveld dat mooi begroeid is met struikjes, heide, wilde tijm en verschillende mossen. Hij leek zo dichtbij maar het was toch nog drie km lopen. Bij de kraterwand op was best stijl maar daar was een ketting om je vast te houden. Bovenop was mooi uitzicht alle kanten op. In de verte was ook de gletsjer van Snæfellsnes te zien.

Na de wandeling was het nog 50 km naar de camping Tradir. Weer een echte IJslandse camping, een grasveld met wat stroompalen en een gebouwtje met een w.c., meer niet. Meer hebben we ook niet nodig, zelfs de stroom niet. Maar we hebben wel mooi zicht op de zee, een geel strand en bergen in de verte. Het gele strand kunnen we niet bijkomen zonder natte voeten te krijgen!

 

Maandag 8 juli.

 

Na een ritje onderlangs de mooie bergen van Snæfellsnes kwamen we bij Arnarstapi. Langs de kust zijn hier mooie basaltformaties waarop veel vogels nestelen. Het dorpje ligt onderaan een mooie berg. Als je over de weg terugloopt moet je oppassen voor de Noorse sterns, de weg loopt dwars door hun broedgebied en ze verdedigen hun nesten heel fanatiek. Wandelstok boven je hoofd brengt uitkomst!

Een eindje verder langs de weg ligt Vatnshellir. Dit is een lavatunnel die te bezoeken is. Uitgerust met een helm en een zaklamp kun je met een gids naar beneden. Het is lekker koel onder de grond en pikdonker. De gids wees wat bijzondere lavaformaties aan maar die waren voor ons niet echt herkenbaar. Het was wel een hele bijzondere ervaring. Vooral toen op het verste punt alle lampen uitgingen, eindelijk donker op IJsland. Je hoorde alleen water druppen, verder niets. De zaklamp kwam goed van pas want het was net alsof je in het donker over bevroren sneeuw liep, het kraakte onder je voeten.

Hierna zijn we nog even naar een zwart kiezelstrand geweest. Volgens het infobord is hier in 1943 een vissersboot gestrand en er liggen nog wat resten op het strand.

We zijn doorgereden naar de camping van Grundarfjörður, ook weer één van de campingkaart. Het dorpje ligt onderaan de berg Kirkjufell.

 

 

Dinsdag 9 juli.

 

De dag begon bewolkt vandaag.

Na de koffie zijn we naar de vvv gelopen om te vragen of ze daar de boot naar de westfjorden voor ons konden boeken. Dat kon niet omdat ze met een open netwerk werken, dan kan iedereen bij je creditcard gegevens. Toen zijn we maar naar Stykkisholmur gereden. Het was een mooie rit met bijzondere bergen en kraters langs de weg.

In Stykkisholmur hebben we gereserveerd voor de veerboot morgenmiddag naar de westfjorden. Ook hebben we alvast een nieuwe campingkaart gekocht want die is ook bijna op.

Hierna zijn we teruggereden naar Grundarfjorður want we wilden nog even wandelen hier. Boven het dorp loopt een pad met mooi uitzicht. Achter de camping ligt een valleitje met veel bosbessen en orchideeën. Als de bosbessen in september rijp zijn is de camping nog open want dan komen de mensen bessen plukken.

De berg Kirkjufell ziet er van alle kanten heel mooi uit!

Tegen de avond kwam de zon erbij en we hebben tot tien uur buiten gezeten, toen verdween hij achter de berg. Om half twaalf komt hij er net nog even achter vandaan maar dan wordt het tijd om op bed te gaan.

 

Woensdag 10 juli.

 

Toen we weg wilden rijden raakten we nog in gesprek met onze IJslandse buurman op de camping. Hij had belangstelling voor ons fietsenrek en wilde weten waar we die vandaan hadden. Hier op IJsland zijn ze niet te koop. Hij heeft wat foto’s van het rek gemaakt en gaat het op internet proberen, daar hebben wij het ook gekocht. Zij waren voor het eerst met een camper op pad na heel lang met een caravan te hebben gereden en ze wilden toch wel graag de fiets meenemen. We hebben een heel gesprek over IJsland en reizen gehad. Heel gezellig.

Tegen de middag waren we in Stykkisholmur. Er was nog tijd genoeg om in het dorp en bij de haven te kijken. Daar lag een gigantisch Noors cruiseschip voor anker. Vanaf de rots bij de haven heb je mooi uitzicht op het Breidarfjordur met zijn vele eilandjes.

Om kwart voor vier ging de ferry Baldur naar de Westfjorden. Er is één bewoond eiland in het fjord en daar legt de boot ook altijd aan om mensen maar ook goederen af te leveren. Van boodschappen tot viskratten, van alles.

Om half zeven waren we aan de overkant, de camping is 6 km van de boot dus gauw een plaatsje gezocht en gegeten. We staan prachtig met zicht op het fjord. Het warme badje van de vorige keer is er ook nog en daar hebben we heerlijk een tijdje in gezeten met zicht op zee.

 

Donderdag 11 juli.

 

Vanmorgen eerst de site bijgewerkt want daar waren we gisteren te moe voor!

Na de koffie ging de rit langs mooie stranden naar Patreksfjordur. We wilden daar informeren naar de bus naar Latrarbjarg, een mooie vogelrots met puffins en veel andere vogels. Vandaag ging er geen bus en morgen zijn alle bussen gereserveerd voor de 300 passagiers van een cruiseschip. Die gaan dus morgen allemaal naar de vogelrots! Er was nog wel een auto beschikbaar dus hebben we die genomen. De huur bleek goedkoper te zijn als de bus, goeie deal dus. De weg erheen is niet echt geschikt voor campers, dit wisten we nog van de vorige keer met de huurauto van Samskip.

De route is wel heel mooi. Onder langs de fjordbergen en dan natuurlijk stijl omhoog en over de hoogvlakte. Langs mooie geel\witte stranden maar wel allemaal onverhard en stenig. We reden ook langs de camping waar we elf jaar geleden hebben gestaan met ons tentje toen door een fout van Samskip onze camper nog in Rotterdam stond en wij hier een week zonder camper waren.

De puffins raken al aardig aan mensen gewend. Je kunt ze benaderen tot op anderhalve meter. Bij een verkeerde beweging duiken ze hun hol in. het zijn hele leuke vogels met mooie kopjes en een grappige manier van lopen, een beetje waggelend. Een heleboel waren op zee aan het vissen, net als de meeuwen en andere vogels.

Op de terugweg hebben we de zijweg naar Rauðisandur nog genomen. Weer omhoog en dan steil naar beneden een mooie vallei in. Ook hier is een geel\wit strand maar dan met een lagune ervoor. Prachtige plek en nog vrij rustig.

Om zeven uur hebben we de auto weer geruild voor de camper en we staan nu op de camping in Talknafjordur.  

Morgen rustdag.

 

 

Vrijdag 12 juli.

 

Wat doe je in IJsland op je “vrije”middag? Dan pak je je fiets en ga je naar een warm badje! 3 Km verder langs de weg is de Pollurin, een badje dat warm water krijgt rechtstreeks uit de warme bron. Het water is 40 graden en heel schoon. Het badje is gebouwd door mensen uit het dorp die er zelf ook graag baden.

Het fietstochtje langs de fjord was al de moeite waard. Ook hier zijn hele mooie stranden.

Het dorpje ligt mooi onder aan de groene fjordbergen. Er is veel visindustrie, in de fjord wordt ook vis gekweekt.

We verbazen ons iedere keer weer over de bloeiende bermen. Er bestaan inderdaad witte, gele en oranje klaprozen.

Op de camping zijn inmiddels twee familiereünies begonnen. Heel gezellig maar morgen gaan we maar een stukje verder.

 

 

Zaterdag 13 juli.

 

Vandaag hebben we een fjordentocht gedaan. De koffiestop was bij een warm zwembadje, de Reykjafjarðarlaug. Hier hebben we ons ochtendbad genomen. De warme beek waar het water voor het badje vandaan komt, hebben we ook geprobeerd maar die was wel een beetje heet.

Inmiddels was de weg gravelweg geworden. Het ging langs fjorden en over hoogvlaktes tot de Dynjandi, een prachtige waterval. Onder de Dynjandi liggen een paar kleinere watervallen waar je langskomt als je naar boven klimt.

Toen we aankwamen stonden er zes touringcars vol toeristen maar toen we na ons broodje gingen lopen waren ze weer weg en was er weer ruimte op het pad. Op het moment dat wij uitgekeken waren kwam er een groot cruiseschip de fjord binnenvaren en de passagiers werden aan land gebracht met kleine bootjes. Wederom drukte van belang!

Onze weg ging weer verder langs een fjord maar bij de volgende hoogvlakte werd het plotseling wel erg mistig. Gelukkig trokken de wolken na het hoogste punt weer weg en hadden we weer zicht. Voor de laatste berg begonnen de wolken weer te zakken maar daar is gelukkig een tunnel en een paar km daarna is de camping waar we nu staan. Hij ligt zo’n vier km voor Isafjordur. Ook hier is het erg druk maar we vonden nog een mooi plaatsje met zicht op de waterval.