Maandag 1 juli.
Het was stralend mooi weer vandaag, fijn want ik (Wil) ben jarig. Allemaal felicitaties uit Nederland vanmorgen, leuk hoor!
Na de koffie met stroopwafel uit Nederland, zijn we op de fiets gestapt. Eerst naar het Perlan. Dit gebouw bestaat uit zes hele grote watertanks met een restaurant erop in bolvorm. Het geheel draait langzaam rond en op het panoramaterras heb je mooi uitzicht over de stad en omgeving.
Als je door het bos naar beneden fietst kom je bij een baai met een strandje, Nautholsvik. Hier is ook een heel lekker warm badje. Als je te warm wordt kun je over het strand naar de baai lopen en daar afkoelen. Ook daar zijn warme stromen vanuit het ronde bad op het strand. Heel bijzonder! In de baai zelf was ons te koud maar er zijn best veel mensen die dat wel doen. Er werd ook gekanood en gesurfd. Ondanks dat het badje nog steeds gratis is, is het er nooit heel druk. Dat is ons al vaker opgevallen.
Vanmiddag een poosje lekker in de zon gezeten en tegen de avond zijn we naar het centrum gefietst. Daar hebben we nog een paar souveniertjes gekocht en een terrasje gepakt om te proosten. Als het mooi weer is, is het altijd gezellig druk in de stad en op de terrassen.
Midden in de stad is een meertje met veel vogels, dat is ook altijd leuk om even te kijken.
Tot slot lekker fish and chips gegeten en na een laatste blik op Reykjavik zijn we naar de camping terug gefietst.
Dinsdag 2 juli.
Langs de weg van Reykjavik ligt vlak voor Hveragerði een geothermische centrale. Deze hebben we vanmorgen bezocht. Hier kregen we uitleg over de stadsverwarming van Reykjavik.
Koud water van de gletsjer stroomt naar het vulkanische gebied vlakbij de centrale, ruim drie km onder de grond. Het water wordt opgewarmd in de aarde tot ruim 300 graden. Dit hete water wordt opgepompt en in de centrale worden de stoom en het water gesplitst. De stoom wordt gebruikt om door middel van grote turbines stroom op te wekken. Het hete water wordt gebruikt om koud water op te warmen tot 85 graden en dat water gaat door enorme, goed geïsoleerde leidingen naar Reykjavik voor de stadsverwarming. Het hete water dat uit de grond komt, gaat dus niet naar de stad maar gaat op een andere plek weer terug de grond in om weer opgewarmd en opgepompt te worden.
Het water moet 25 km afleggen voordat het bij de stad is, dan is het nog maar 2 graden afgekoeld door de goede isolatie van de buizen.
Onder andere in de grote opslagtanks van het Perlan en nog enkele andere opslagplaatsen kan het dan verder afkoelen tot de juiste temperatuur. Vanmorgen hoorden we ook dat het badje bij Nauthalsvik op het strand wordt gevuld met water uit de tanks van het Perlan. ’s Winters hebben de straten van het centrum vloerverwarming, hier lopen ook buizen met warm water. De zwembaden van de stad krijgen ook warm water van de centrale.
We zijn doorgereden naar de camping in Hveragerði. Dit dorp ligt in een mooi groen dal met veel hete bronnen. Als je achter het dorp het dal in loopt stoomt en pruttelt het overal. We kwamen een mooi beekje tegen maar dat water was lauw. Langs het pad liep een hete buis waar je het water doorheen hoorde stromen. Die buis kwam bij een hete bron vandaan en daar was een heet beekje richting rivier. Dan krijg je dus een hete waterval.
Hier wordt het warme water gebruikt om broeikassen te verwarmen. Er worden hier tuin- en kamerplanten gekweekt. In het dorp kom je veel mooie bloembakken tegen.
Woensdag 3 juli.
Het was een regendag vandaag. Vanmorgen zijn we naar Selfoss gereden om een kapper te zoeken, het was nodig tijd voor een knipbeurt. De eerste die we tegenkwamen had gelukkig nog een plekje. Ik hoefde maar een half uurtje te wachten en ze heeft me absoluut goed geknipt. Helemaal blij!
Hierna zijn we het dal ingereden richting Geysir. Het regende nog steeds en dat is jammer want het is een mooi groen dal met een paar kraters en mooie bergruggen maar daar was nu weinig van te zien. Bij Geysir aangekomen werd het even droog, dus hebben we een rondje gelopen tussen de hete bronnen en stoompotten. De grote Geysir, de Strokkur, deed het ook nog. In een andere hete poel was het water zo helder dat je het gat kon zien waar het vandaan kwam.
We zijn doorgereden naar een camping van de campingkaart een paar kilometer verderop want die bij Geysir is erg duur geworden. In de verte zijn de stoompluimen van Geysir nog te zien. Achter de camping grazen de paarden.
Hier vandaan wilden we eigenlijk met de tent en de bus het binnenland in maar het wordt daar erg koud, 1 á 2 graden, dus dat doen we nog maar niet. Waarschijnlijk gaan we dat vanuit Akureyri doen met een huurauto, we hebben even gegoogled en dat kost net zoveel als de bus.
Donderdag 4 juli.
Vijf km verder langs deze weg is de waterval Gullfoss, één van de bekendste. Hij is niet heel hoog maar wel breed en valt in twee trappen naar beneden. Als je er vlakbij staat is het geraas van het water erg indrukwekkend.
Het weer was beter dan gisteren, af en toe zon en af en toe een buitje. We hebben een rondje door de vallei gedaan en nu kon je zien hoe mooi het hier is. Er zijn een paar kleine dorpjes en wat afgelegen boerderijen met koeien en paarden.
Bij één van die dorpjes, Fludir, is een oud zwembadje, gebouwd in 1881,
gerenoveerd en dit is weer te bezoeken. Het bad is gevuld met warm, natuurlijk bronwater. Om het bad heen zijn verschillende hete bronnen, ook kokende. De aardwarmte wordt ook gebruikt om de broeikassen waar champignons gekweekt worden te verwarmen.
We hadden een kortingkaart van de camping gekregen en hebben hier heerlijk gebadderd. Het water voelde een beetje vet aan, is vast goed voor je huid.
Hierna zouden we naar een camping midden in de natuur maar het weggetje er naartoe durfden we niet aan, er waren veel losse stenen en het laatste stukje werd best stijl. We zijn maar achteruit teruggereden en weer naar dezelfde camping teruggegaan. Onderweg kwamen we langs nog een waterval. Niet zo imposant als de Gullfoss maar ook erg mooi.
Tijdens het eten koken hadden we een kleine wolkbreuk maar om acht uur zaten we in de zon. De komende dagen zijn de weerberichten goed.
Vrijdag 5 juli.
Vanmorgen zijn we eerst nog een keer naar Geysir geweest, we reden er toch langs en met mooi weer lijkt alles net even mooier.
Twaalf jaar geleden hebben we een stukje verder langs dezelfde weg een wandeling gedaan naar de Bruafoss, een mooie waterval waar je alleen te voet kan komen. Volgens de reisgids moet je dan naar een zomerhuisjeskamp via een wasbordweggetje van drie kilometer en dan daarvandaan gaan lopen. De wandeling is twee kilometer door een bosje en over een beekje en dat hebben we ook deze keer gedaan. De waterval is heel apart vanwege de kleur van het kolkende water. Deze keer waren we er niet alleen, er liepen best veel mensen af en aan. Wat bleek, er was een parkeerplaats gemaakt voor de Bruafoss, 5 km verderop en daar vandaan hoef je niet over een wasbordweg maar kun je zo gaan lopen langs de rivier. Dit stond nog niet in de reisgids!
Hierna zijn we via Laugarvatn en Þingvellir naar de Hvalfjord gereden, binnendoor over een nieuwe asfaltweg. Langs de fjord zijn we nog gestopt voor het uitzicht. Wij moesten naar de overkant en dan een heuvel over en daar ligt Þorisstadir, onze camping, aan een meer tussen twee bergruggen. Het is een enorme camping dus plaats genoeg. Als het morgen mooi weer is, net als vandaag, dan blijven we hier maar een dagje. Het is hier erg mooi.
Zaterdag 6 juli.
Erg mooi weer vandaag dus een lui dagje camping. Klein stukje gewandeld langs het meer en even gevoeld hoe warm het water was. Dat bleef bij pootje baden! Ook hier kun je af en toe een dagje in de korte broek, lekker!
Maak jouw eigen website met JouwWeb